Part of Svalner Atlas Group

Weteringschans 24, 1017 SG Amsterdam
T +31 20 535 4567

info@atlas.tax

Update UBO-register: implementatiewetsvoorstel ingediend bij Tweede Kamer

Op 4 april 2019 is de “Implementatiewet registratie van uiteindelijk belanghebbenden van vennootschappen en andere juridische entiteiten” (het UBO-register) bij de Tweede Kamer ingediend.

 

Op 4 april 2019 is de “Implementatiewet registratie van uiteindelijk belanghebbenden van vennootschappen en andere juridische entiteiten” (het UBO-register) bij de Tweede Kamer ingediend.

 

Wij berichtten u eerder over de aangekondigde invoering van het UBO-register, waarin persoonlijke gegevens zullen worden opgenomen van uiteindelijk belanghebbenden (“UBO’s”) van Nederlandse vennootschappen en andere juridische entiteiten (zie onder meer onze update van 8 februari 2018).

Het UBO-register treedt vanaf januari 2020 in Nederland in werking. Het register komt voort uit de vierde (2015/849) en vijfde (2018/843) Europese anti-witwasrichtlijn. Alle EU-lidstaten zijn op basis van deze richtlijnen verplicht om uiterlijk 10 januari 2020 een register op te zetten, waarin de UBO’s worden geregistreerd van vennootschappen en andere juridische entiteiten. Uiterlijk op 10 maart 2020 dient een register opgezet te zijn, waarin de UBO’s van trusts (en andere soortgelijke juridische constructies) worden geregistreerd.

De vereiste openbaarheid zal aldus de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel moeten leiden tot meer transparantie, waarmee financieel-economische criminaliteit wordt tegengegaan. Gedacht kan daarbij worden aan onder meer witwassen van geld, corruptie, belastingontduiking, fraude en financiering van terrorisme.

Het wetsvoorstel dat thans bij de Tweede Kamer is ingediend, ziet op de invoering van een centraal register voor de UBO’s van vennootschappen en andere juridische entiteiten. De invoering van het register voor trusts zal plaatsvinden door middel van een separaat wetsvoorstel, dat later dit jaar zal worden ingediend bij de Tweede Kamer.

In deze nieuwsbrief gaan wij in op de gevolgen van het ingediende wetsvoorstel en geven wij een overzicht van wie zich zal moeten registreren en welke gegevens openbaar gemaakt zullen moeten worden.

De kwalificatie als uiteindelijk gerechtigde (UBO)

Bij de naamloze vennootschap (“nv”) en besloten vennootschap (“bv”)

Als UBO van de besloten of naamloze vennootschap kwalificeert de natuurlijke persoon die direct of indirect meer dan 25% van de aandelen, van de stemrechten of het eigendomsbelang houdt in de vennootschap. De eventuele tussenkomst van een stichting administratiekantoor (“STAK”) doet daar niet aan af. Uit de Nota van Toelichting bij het Uitvoeringsbesluit Wwft 2018 kan onzes inziens verder, ondanks een wat vreemde formulering, worden afgeleid dat de regering van mening is dat ook diegene die het vruchtgebruik heeft van meer dan 25% van de aandelen als UBO kan worden aangemerkt, evenals de stemrechtgerechtigde houder van een pandrecht op meer dan 25% van de aandelen.

Stichtingen

Als UBO van een stichting kwalificeert de natuurlijke persoon die (a) direct of indirect meer dan 25% van het eigendomsbelang houdt in die stichting, die (b) direct of indirect meer dan 25% van de stemmen kan uitoefenen bij besluitvorming ter zake van wijziging van de statuten van die stichting of (c) de feitelijke zeggenschap kan uitoefenen over de Stichting.

Van een eigendomsbelang van meer dan 25% lijkt sprake te zijn, indien een persoon recht heeft op meer dan 25% van de uitkeringen van de stichting.

Commanditaire vennootschappen

Als UBO van de CV kwalificeert de natuurlijke persoon die (a) direct of indirect meer dan 25%van het eigendomsbelang houdt in de personenvennootschap, die (b) direct of indirect meer dan 25% van de stemmen kan uitoefenen bij de besluitvorming inzake de wijziging van de CV-overeenkomst of (c) feitelijke zeggenschap over de personenvennootschap kan uitoefenen.

Fondsen voor Gemene Rekening

Als niet in het Nederlandse civiele recht geregelde rechtsvorm, valt het Fonds voor Gemene rekening (“FGR”) niet onder het bereik van het hier besproken wetsvoorstel c.q. UBO-register. Volgens de memorie van toelichting gaat de FGR vallen onder de registratieplicht die gaat gelden voor trusts en soortgelijke juridische constructies. De implementatie van dit register verloopt, zoals aangegeven, via een separaat wetsvoorstel. Aangezien de richtlijn niet vereist dat het register voor trusts (en soortgelijke constructies) openbaar toegankelijk is, is de verwachting thans nog dat het register alleen toegankelijk zal zijn voor geïnteresseerden met een legitiem belang. Of deze verwachting uit gaat komen, zal de tijd wijzen.

Overige entiteiten (beursgenoteerde vennootschappen, naar buitenlands recht opgerichte entiteiten en ANBI’s)

Beursgenoteerde vennootschappen vallen niet onder het UBO-register.

Het UBO-register is evenmin van toepassing op buitenlandse rechtspersonen met een hoofd- of nevenvestiging in Nederland, ongeacht of deze zich bij het handelsregister moeten registreren (op grond van bijvoorbeeld de Wet op de formeel buitenlandse vennootschappen). De registratieverplichting geldt alleen voor in Nederland opgerichte vennootschappen of andere juridische entiteiten. Hiermee wordt voorkomen dat UBO’s van binnen (en buiten) de Europese Unie opgerichte entiteiten (ook) in Nederland geregistreerd moeten worden.

In het wetsvoorstel wordt nogmaals bevestigd dat algemeen nut beogende instellingen / stichtingen (“ANBI’s”) wel onder de registratieplicht van het UBO-register vallen, ondanks dat zij civielrechtelijk, statutair en volgens de fiscale regelgeving in beginsel geen uitkeringen mogen doen aan de leden van haar organen.

Openbaarheid gegevens

De volgende te registreren gegevens van de UBO zullen volledig openbaar worden gemaakt, middels het publiek toegankelijke handelsregister:

  • Voor- en achternaam;
  • Geboortemaand en -jaar (niet de geboortedag);
  • Nationaliteit;
  • Woonstaat;
  • Omvang van het economische belang (in bandbreedtes van 25% tot 50%, van 50% tot 75% en van 75% tot en met 100%).

De volgende gegevens dienen te worden geregistreerd maar zullen slechts beschikbaar zijn voor bevoegde (publiekrechtelijke) autoriteiten zoals de Belastingdienst:

  • Burgerservicenummer of buitenlands fiscaal nummer (‘tax identification number’ / “TIN”);
  • Geboorteland en geboorteplaats;
  • Geboortedag;
  • Volledig woonadres;
  • Afschrift van geldig identiteitsbewijs;
  • Documentatie ter onderbouwing van de UBO-status.

Inwerkingtreding van de maatregelen en registratie van UBO’s

In het wetsvoorstel is opgenomen dat op het moment van inwerkingtreding van deze wet bestaande registratieplichtigen 18 maanden de tijd krijgen om opgave van de UBO-informatie te doen. Na deze datum nieuw opgerichte c.q. aangegane rechtsvormen dienen direct opgaaf te doen.

Partiële ontheffing van de registratieverplichtingen

In uitzonderlijke gevallen kan worden verzocht om afscherming van de persoonlijke gegevens van de UBO, indien de UBO door het openbaar beschikbaar maken van de gegevens wordt blootgesteld aan een onevenredig risico zoals een risico op fraude, ontvoering, chantage, afpersing of geweld. Om afscherming kan ook worden verzocht in geval de UBO minderjarig of handelingsonbekwaam is.

Voor de afscherming zal een voorziening worden opgenomen in het Handelsregisterbesluit 2008. De afscherming zal niet gelden voor kredietinstellingen, financiële instellingen en meldingsplichtige entiteiten. Alleen gegevens die direct herleidbaar zijn tot een natuurlijke persoon (zoals naam, geboortemaand en -jaar, woonstaat en nationaliteit) komen in aanmerking voor afscherming. De aard en omvang van het door de UBO gehouden belang blijft wel inzichtelijk. Tegen het besluit van de Kamer van Koophandel op een verzoek tot afscherming van gegevens, staat bezwaar en beroep open.

Sanctie op het niet voldoen aan de registratieverplichtingen

Het niet voldoen aan de registratieverplichtingen, levert een economisch delict op dat kan worden bestraft met een hechtenis van ten hoogste zes maanden, een taakstraf of geldboete van de vierde categorie (EUR 20.750). Naast deze strafrechtelijke sancties biedt het wetsvoorstel de mogelijkheid tot het opleggen van een last onder dwangsom en een bestuurlijke boete (bestuursrechtelijke sancties).

Overige bijzonderheden in het Wetsvoorstel

Specifiek voor stichtingen wordt in het nieuw voorgestelde artikel 2:290 van het Burgerlijk Wetboek opgenomen dat het bestuur van een stichting (enkel) verplicht is intern een register bij te houden waarin de begunstigden zijn opgenomen aan wie de stichting uitkeringen heeft gedaan van 25% of minder van de uitgekeerde bedragen in een bepaald boekjaar. Begunstigden die meer dan 25% van de uitgekeerde bedragen ontvangen, dienen als UBO van de stichting te worden geregistreerd.

Tot slot

Heeft u vragen over het UBO-register of uw registratieplicht, neem dan contact op met uw vaste adviseur.

Share this publication