Part of Svalner Atlas Group
Belastingplan 2017
Het kabinet heeft op Prinsjesdag het Belastingplan 2017 gepresenteerd. De opvallende onderdelen hebben wij op hoofdlijnen voor u uiteengezet.
Het kabinet heeft op Prinsjesdag het Belastingplan 2017 gepresenteerd. De opvallende onderdelen hebben wij op hoofdlijnen voor u uiteengezet.
Vennootschapsbelasting
Verlenging 20% schijf
Vanaf 2018 wordt de eerste schijf, waarin een Vpb-tarief van 20% geldt, verlengd van € 200.000 naar € 250.000. Voorgesteld wordt de schijf in 2020 verder te verlengen tot € 300.000 en in 2011 tot € 350.000.
Aanscherping renteaftrekbeperkingen (artikel 10a en 15ad Wet Vpb)
Op grond van artikel 10a Wet Vpb is rente op leningen van verbonden lichamen (belang van een derde) onder omstandigheden niet aftrekbaar als sprake is van een kunstmatige uitholling van de grondslag. Voorgesteld wordt om het begrip “verbonden lichaam” uit te breiden naar lichamen die een samenwerkende groep vormen en tezamen minimaal een derde belang bezitten.
Op grond van artikel 15ad Wet Vpb kan, onder omstandigheden, rente op excessieve overnameschulden binnen fiscale eenheid gedurende zeven jaar in aftrek worden beperkt. Deze regeling wordt op drie punten aangescherpt. Allereerst gaat de renteaftrekbeperking ook gelden als de overnameschuld wordt doorgeschoven naar de overgenomen vennootschap (‘debt push down’). Verder zal het niet langer mogelijk zijn de termijn van zeven jaar opnieuw te laten beginnen door een interne verhanging. Tot slot wordt voorgesteld om het eerbiedigende overgangsrecht niet meer van toepassing te laten zijn in situaties waarbij een overnameholding op of na 1 januari 2017 in een nieuwe fiscale eenheid met een andere moeder wordt opgenomen.
Innovatiebox
Het voorgestelde nieuwe regime voor de innovatiebox is nagenoeg geheel in lijn met de eerder gepubliceerde de consultatieversie. Een verschil is dat ondernemingen reeds in aanmerking komen voor de innvoatiebox zodra de patentaanvraag (of iets soortgelijks) is ingediend. Verder is het vanuit een praktisch oogpunt belangrijk om op te merken dat voor “kleinere” belastingplichtigen huidige vaststellingsovereenkomsten van kracht blijven, mits aan een aantal voorwaarden wordt voldaan.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Frank Schwarte.
Inkomstenbelasting
Maatregelen tegen box-arbitrage met een vbi
Beleggingsvermogen kan niet langer belastingvrij worden afgesplitst naar een vrijgestelde beleggingsinstelling (“vbi”). De voorgestelde wijziging geldt alleen voor nieuwe situaties; bestaande situaties blijven ongemoeid. Voorts is voorgesteld om de route waarbij box-3 vermogen met een flits-vbi wordt omgezet naar box-2 vermogen te bestrijden door zowel box-2 belasting als box-3 belasting te heffen indien vermogen binnen 18 maanden weer van de vbi terug naar privé (box-3) vloeit. Om anticipatiegedrag te voorkomen is voorgesteld de maatregelen per 20 september 2016 in te laten gaan.
Maatregelen tegen oneigenlijk gebruik van de toerekeningsstop van een APV
In de huidige regeling voor het afgezonderd particuliere vermogen (“APV”) worden de vermogensbestanddelen niet toegerekend aan de inbrenger van deze vermogensbestanddelen indien het APV is onderworpen aan een naar Nederlandse maatstaven reële heffing van tenminste 10%. Het oneigenlijke gebruik van het APV wordt bestreden door de toerekeningsstop alleen van toepassing te laten zijn op APV’s die een materiële onderneming drijven. Als gevolg hiervan kunnen door het APV gehouden aandelen tot een aanmerkelijk belang gaan behoren. De verkrijgingsprijs wordt in het voorstel in beginsel bepaald op de verkrijgingsprijs zoals deze was vóór de inbreng in het APV. Om anticipatiegedrag te voorkomen is voorgesteld de maatregel per 20 september 2016 in te laten gaan.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Gerben van der Lei.
Schenk- en erfbelasting
Reparatie bedrijfsopvolgingsregeling voor indirecte belangen kleiner dan 5%
Met terugwerkende kracht tot 1 juli 2016 vallen indirecte belangen van kleiner dan 5% nimmer onder de bedrijfsopvolgingsregeling. Dit is een reparatie van een arrest van de Hoge Raad waarin werd bepaald dat dergelijke belangen juist wel onder de bedrijfsopvolgingsregeling vielen.
Verhoging schenking ter zake van de eigen woning
De vrijstelling voor schenkingen ter zake van de eigen woning gaat in 2017 omhoog van EUR 53.016 naar EUR 100.000. De schenking moet verband houden met de aankoop of verbouwing van de woning, de aflossing van eigenwoningschulden of de afkoop van rechten (zoals erfpacht). Voor diegene die in het verleden gebruik hebben gemaakt van deze vrijstelling, geldt dat zij in 2017 en 2018 nog een additionele schenking kunnen doen.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Gerben van der Lei.
Loonheffingen
Gebruikelijk loon bij innovatie start-ups
Directeur-grootaandeelhouders (“dga”)van innovatie start-ups (met S&O verklaring voor starters) kunnen in de eerste drie jaren volstaan met het wettelijk minimum loon als gebruike loon.
Pensioen in eigen beheer
Afschaffing pensioen in eigen beheer
Met ingang van 2017 is het voor de dga niet langer mogelijk om pensioen in eigen beheer op te bouwen. Het verschil tussen de commerciële waarde van het pensioen en de fiscale waarde kan belastingvrij worden afgestempeld. Vervolgens kan het pensioen de komende drie jaar worden afgekocht zonder revisierente en met een korting. Deze korting resulteert in een effectief tarief ter zake van deze afkoop van 34% in 2017, 39% in 2018 en 42% in 2019. Als alternatief kan worden gekozen om het pensioen om te zetten in een spaarvariant. Deze spaarpot moet na het bereiken van de AOW-leeftijd over een periode van twintig jaren in gelijke termijnen worden uitgekeerd. Bij niets doen wordt het pensioen bevroren en bestaat geen mogelijkheid tot het onbelast afstempelen van het pensioen.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Gerben van der Lei.
BTW
Vereenvoudiging btw-teruggaaf op oninbare vorderingen
Een van de vereenvoudigingsmaatregelen die dit kabinet nog regelt, is de teruggaaf van btw op oninbare vorderingen. Indien een ondernemer een factuur uitreikt dan is hij verplicht om de daarop vermelde btw af te dragen, ongeacht de betaling door de afnemer van deze factuur. Indien later blijkt dat de factuur onbetaald blijft, dan is er een mogelijkheid om de eerder afgedragen btw bij de Belastingdienst terug te vorderen. Dit voorstel ziet op een vereenvoudiging van deze procedure. De belangrijkste punten uit deze vereenvoudiging zijn:
– De termijn waarna een factuur als oninbaar kan worden aangemerkt (en de btw kan worden teruggevraagd) bedraagt nu 1 jaar na het opeisbaar worden van de factuur. Spiegelbeeld hiervan is dat de debiteur de btw ter zake van de door hem niet betaalde factuur 1 jaar na opeisbaarheid verschuldigd is aan de Belastingdienst;
– Indien de debiteur na 1 jaar de factuur alsnog (gedeeltelijk) betaald, is de ondernemer de btw alsnog weer verschuldigd;
– De terug te vorderen btw kan worden opgenomen in de reguliere btw-aangifte en hoeft er geen apart verzoek tot teruggaaf meer te worden ingediend;
– Indien de ondernemer zijn vorderingen overdraagt (bijvoorbeeld door middel van factoring) dan treedt de overnemer van de vorderingen in de rechten van de ondernemer. De overnemer zal echter wel een eventueel verzoek om teruggaaf moeten doen en zal deze btw niet in haar reguliere aangifte mogen claimen.
Voor deze maatregel is tevens een overgangsregeling afgekondigd. Deze houdt in dat voor alle oninbare vorderingen ontstaan voor 1 januari 2017, de termijn van 1 jaar begint te lopen op 1 januari 2017.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Joël Wessels.
Overig
• De aftrek voor uitgaven van monumentenpanden wordt per 1 januari 2017afgeschaft.
• Buitenlandse belastingplichtigen met box-3 vermogen krijgen net als binnenlands belastingplichtigen recht op het heffingsvrije vermogen.
• Een teruggaaf dividendbelasting wordt verleend indien naar Nederlandse maatstaven een te hoog bedrag aan dividendbelasting is ingehouden.