Part of Svalner Atlas Group

Weteringschans 24, 1017 SG Amsterdam
T +31 20 535 4567

info@atlas.tax

Handhaving Wet DBA opgeschort tot 1 januari 2020

Zoals bekend is het nieuwe kabinet voornemens de Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties (Wet DBA) te vervangen. De Wet DBA was bedoeld om duidelijkheid te scheppen over de vraag wanneer een arbeidsverhouding een dienstbetrekking is. Echter, in plaats van duidelijkheid te scheppen leverde de wet veel verwarring en onrust op onder zelfstandigen en opdrachtgevers. Vanwege alle commotie rondom deze wet was de handhaving van de wet al eerder opgeschort tot 1 juli 2018.

Zoals bekend is het nieuwe kabinet voornemens de Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties (Wet DBA) te vervangen. De Wet DBA was bedoeld om duidelijkheid te scheppen over de vraag wanneer een arbeidsverhouding een dienstbetrekking is. Echter, in plaats van duidelijkheid te scheppen leverde de wet veel verwarring en onrust op onder zelfstandigen en opdrachtgevers. Vanwege alle commotie rondom deze wet was de handhaving van de wet al eerder opgeschort tot 1 juli 2018.

De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de staatssecretaris van Financiën hebben nu meegedeeld dat de opschorting van de handhaving is verlengd tot 1 januari 2020. Dat betekent dat opdrachtgevers en opdrachtnemers tot die tijd geen boetes of naheffingen krijgen als achteraf geconstateerd wordt dat sprake is van een dienstbetrekking.

De mogelijkheden voor handhaving bij kwaadwillenden wordt vanaf 1 juli 2018 wel verruimd. Deze zal per die datum niet langer beperkt zijn tot evidente fraudegevallen, ook gevallen van opzettelijk schijnzelfstandigheid zullen worden aangepakt. 

Voor handhaving is vereist dat de Belastingdienst kan bewijzen dat aan de volgende drie criteria cumulatief is voldaan:
1. Er is sprake van een (fictieve) dienstbetrekking.
2. Er is sprake van evidente schijnzelfstandigheid.
3. Er is sprake van opzettelijke schijnzelfstandigheid.

In reguliere situaties zullen opdrachtgevers niet met naheffingen en boetes worden geconfronteerd. Dit neemt echter niet weg dat opdrachtgevers kritisch zullen moeten blijven kijken naar hun beleid en processen rondom de inhuur van zelfstandigen.

Naast  bovengenoemde ontwikkeling heeft de Tweede Kamer het kabinet opgeroepen om voor 2019 duidelijkheid te scheppen over het zogenaamde gezagscriterium. Of iemand als werknemer kwalificeert wordt in de praktijk vaak bepaald door de vraag of er een gezagsrelatie bestaat tussen de opdrachtgever en opdrachtnemer. De verwachting is dat voor de zomer al een eerste indicatie volgt hoe dit criterium zal worden verduidelijkt.

Wij houden u hierover en over andere relevante ontwikkelingen op de hoogte. Indien u vragen heeft over uw beleid en processen rondom de inhuur van zelfstandigen, neem dan gerust contact met ons op. 

Share this publication