Part of Svalner Atlas Group

Weteringschans 24, 1017 SG Amsterdam
T +31 20 535 4567

info@atlas.tax

Negatief loon bij verkoop aandelen onder Bad Leaver-beding

De Belastingdienst heeft op 14 april 2025 een kennisgroepstandpunt gepubliceerd over het in aanmerking nemen van negatief loon door intreding van een bad-leaver bepaling. De kennisgroep is van mening dat een vervreemdingsverlies dat is ontstaan door de verplichte verkoop van aandelen aan de voormalig werkgever, door werknemer in aanmerking mag worden genomen als negatief loon.

Bad leaver

In bepaalde arbeidsverhoudingen krijgen werknemers de mogelijkheid om aandelen te verwerven in hun werkgever. In de praktijk gaat dit gepaard met aanvullende afspraken over het aandeelhouderschap, zoals een zogenoemd ‘bad leaver’-beding: bij uitdiensttreding onder bepaalde omstandigheden moet de werknemer zijn aandelen tegen een vooraf vastgestelde prijs aanbieden aan de werkgever. Wanneer die prijs lager is dan de waarde in het economisch verkeer (“WEV”) op het moment van overdracht, kan dit leiden tot een verlies.

Casus

In de casus waarop het kennisgroepstandpunt betrekking heeft, verwerft werknemer X in jaar 1 aandelen in zijn werkgever voor €0. De WEV van de aandelen bedraagt op dat moment €100. De werkgever houdt loonheffingen in over €100. Op grond van de tussen werkgever en werknemer gesloten overeenkomst, dient de werknemer zijn aandelenpakket voor €500 aan te bieden aan zijn werkgever, indien werknemer wordt aangemerkt als ‘bad leaver’. In jaar 4 treedt werknemer X uit dienst, waarbij hij als bad leaver wordt gekwalificeerd. Op moment van uitdiensttreding is de WEV van de aandelen €800.

De werkgever koopt alle aandelen van X voor €500. X maakt een winst van €500, terwijl hij zonder de bad-leaver kwalificatie de aandelen had kunnen verkopen tegen de WEV en daarmee een winst had gemaakt van €800. Door de bad-leaverbepaling heeft werknemer X een papieren verlies gemaakt van €300. De vraag is of dit bedrag als negatief loon kan worden aangemerkt, en of dit antwoord anders zou luiden wanneer X de aandelen destijds had verworven voor €100 in plaats van nihil.

Standpunt kennisgroep

De kennisgroep stelt dat het bad-leaverrisico afhankelijk is van het al dan niet voortbestaan van de dienstbetrekking en zich daarmee in de sfeer van de dienstbetrekking bevindt. Om deze reden is het bad-leaverrisico niet van invloed op de WEV ten tijde van de verwerving van de aandelen door werknemer X. De kennisgroep plaatst hierbij de kanttekening dat bijvoorbeeld een vervreemdingsverbod onder omstandigheden wél van invloed kan zijn op de WEV.

Ten slotte overweegt de Kennisgroep dat als werknemer X de aandelen destijds zou hebben verworven voor €100 in plaats van nihil, bovenstaande niet anders zou luiden.

Tot slot

Wij kunnen ons vinden in de overwegingen van de kennisgroep in dit standpunt. Bovenstaande casus toont aan dat het bij de vormgeving van werknemersparticipaties belangrijk is stil te staan bij de gevolgen van, onder andere, bad leaver-bepalingen. Dit beperkt zich overigens niet tot eventuele loonbelastinggevolgen, maar ook is het belangrijk bijvoorbeeld de gevolgen van de lucratiefbelangregeling in de inkomstenbelasting in overweging te nemen. In sommige gevallen verdient het aanbeveling om de fiscale gevolgen te laten bevestigen door de Belastingdienst.

Vragen?

Heeft u vragen over werknemersparticipaties, de fiscale behandeling daarvan of het sluiten van een eventuele ruling? Neem gerust contact op met Frederik Mulder of Joël van de Sluis voor advies op maat.

Frederik Mulder

Partner

Joël van de Sluis

Consultant
Share this publication