Part of Svalner Atlas Group
Kennisgroepstandpunt over de kennismigrantenregeling: wat betekent dit voor belastbaar loon?

De kennismigrantenregeling (KMR) is een belangrijk instrument om kenniswerkers van buiten de EU/EER en Zwitserland aan te trekken en aan de Nederlandse arbeidsmarkt te binden. Maar hoe wordt fiscaal omgegaan met de kosten voor het aanvragen van verblijfs- en werkvergunningen onder deze regeling? Vormen deze kosten belastbaar loon voor de werknemer? De kennisgroep van de Belastingdienst gaf hier onlangs heldere richtlijnen over.
Wat houdt de kennismigrantenregeling precies in?
Kennismigranten zijn buitenlandse werknemers die langer dan 90 dagen in Nederland verblijven om te werken. Hun werkgever moet als erkend referent bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) een gecombineerde verblijfs- en werkvergunning aanvragen. Dankzij deze regeling is geen aparte tewerkstellingsvergunning (TWV) meer nodig. De werkgever betaalt de leges voor deze aanvraag aan de IND.
Vormt de aanvraag van deze vergunningen belastbaar loon?
De kennisgroep maakt een onderscheid tussen het deel dat betrekking heeft op het verblijf en het deel dat te maken heeft met werkvergunningen:
- Verblijfsdeel: Dit is een wettelijke verplichting voor de werknemer. Betaalt de werkgever de leges of kosten voor de aanvraag van de verblijfsvergunning? Dan vormt dit een belastbaar loonvoordeel voor de werknemer. De werkgever kan dit voordeel aanwijzen als eindheffingsbestanddeel onder de werkkostenregeling (WKR).
- Werkvergunningdeel (TWV): De aanvraag en kosten rondom de TWV leveren geen voordeel op voor de werknemer. Dit deel is primair een verplichting van de werkgever en wordt gezien als bedrijfskosten.
Met andere woorden: de aanvraag van een verblijfsvergunning levert een privévoordeel op voor de werknemer, terwijl de kosten voor de TWV dat niet doen. Vanuit praktisch oogpunt komt de vraag op hoe de kosten gesplitst moeten worden? Het gaat immers om één aanvraag, waarvoor één totaalbedrag wordt betaald.
Waarom is dit onderscheid belangrijk binnen de WKR?
Belangrijk om te weten is dat dit voordeel als eindheffingsbestanddeel kan worden aangewezen binnen de van de werkkostenregeling. Zorg als werkgever dat je scherp blijft op werknemers met een 30%-regeling.
- Indien de werknemer géén 30%-regeling heeft, zijn de kosten gericht vrijgesteld.
- Als de werknemer wel een 30%-regeling heeft, worden deze kosten geacht te zijn vergoed onder de 30% vergoeding die de werknemer belastingvrij ontvangt. De werkgever kan er dan voor kiezen op de kosten aan te wijzen en ten laste van de vrije ruimte te brengen.
Praktische aandachtspunten voor werkgevers
- Wees duidelijk in de splitsing van de kosten tussen verblijfs- en TWV-deel.
- Registreer en waardeer het voordeel van het verblijfsdeel op basis van de werkelijke kosten (probeer indien mogelijk aan te sluiten bij de factuurwaarde).
- Zorg voor juiste aanwijzing van het voordeel als eindheffingsbestanddeel om de vrije ruimte optimaal te benutten.
Heeft u naar aanleiding van dit bericht vragen of wilt u de mogelijkheden voor uw situatie bespreken? Neem dan gerust contact op met Peter Karman of Maarten de Vries.