Part of Svalner Atlas Group
UBO-register per 15 juli 2025 weer beperkt toegankelijk: balans tussen transparantie en privacy

Herziening toegang UBO-register per 15 juli 2025
Op 15 juli 2025 is het gewijzigde wettelijke regime rond het UBO-register in werking getreden. Daarmee is een belangrijke stap gezet richting het herstellen van de balans tussen transparantie en de bescherming van persoonsgegevens van uiteindelijk belanghebbenden (UBO’s). De aanleiding voor deze wetswijziging ligt in de uitspraak van het Europese Hof van Justitie van 22 november 2022, waarin werd geoordeeld dat onbeperkte publieke toegang tot UBO-informatie een te grote inbreuk vormt op het recht op privacy en gegevensbescherming. Naar aanleiding van deze uitspraak is de toegang tot het Nederlandse UBO-register tijdelijk opgeschort geweest en nu structureel herzien via de Wijzigingswet beperking toegang UBO-registers.
Beperkte toegang voor specifieke groepen
De toegang tot het UBO-register is voortaan beperkt tot een aantal duidelijk afgebakende categorieën, opgesomd in het nieuwe artikel 22a van de Handelsregisterwet 2007. In de eerste plaats behouden meldingsplichtige instellingen zoals banken, notarissen en advocaten toegang tot UBO-informatie voor zover zij cliëntonderzoek verrichten op grond van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft). Daarnaast blijven bevoegde autoriteiten en instanties zoals de Belastingdienst, FIOD en het Openbaar Ministerie toegang houden tot de volledige set aan geregistreerde gegevens in het UBO-register. Ook bestuursorganen en andere overheidsinstanties kunnen toegang krijgen, mits dat noodzakelijk is in het kader van hun wettelijke of Europeesrechtelijke taken. Uiteraard kunnen UBO’s zelf ook hun eigen gegevens blijven inzien.
Toegang voor derden: legitiem belang vereist
Opvallend in het nieuwe wettelijke kader van de Handelsregisterwet 2007 is dat ook derden toegang kunnen krijgen tot informatie uit het UBO-register, mits zij een zogenaamd legitiem belang kunnen aantonen. Wat precies onder een legitiem belang moet worden verstaan, is nog niet definitief uitgewerkt. De wetgever heeft ervoor gekozen de criteria hiervoor via Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) verder te specificeren. Wel is duidelijk dat een legitiem belang altijd moet aansluiten bij de doelstellingen van de Europese anti-witwasrichtlijn, namelijk het voorkomen en bestrijden van witwassen, terrorismefinanciering en daaraan gerelateerde misdrijven zoals fraude en corruptie. Denkbaar is dat bij AMvB bepaalde categorieën van personen of organisaties worden aangewezen, zoals onderzoeksjournalisten, maatschappelijke organisaties of juridische dienstverleners die niet onder de Wwft vallen. Ook partijen die voornemens zijn een zakelijke transactie aan te gaan en daarbij de identiteit van de UBO willen verifiëren, kunnen daar mogelijk onder vallen.
Privacybescherming blijft centraal staan
In de wetswijziging is ook aandacht besteed aan de bescherming van de privacy van UBO’s. Zo ontvangt een UBO bericht wanneer zijn of haar gegevens worden verstrekt aan een derde partij, met daarbij een toelichting op het doel van het verzoek. De toegang tot het UBO-register is namelijk gekoppeld aan een specifiek doel en mag niet voor andere doeleinden worden gebruikt.
Met deze wetswijziging wordt de toegang tot het UBO-register aangepast, met als doel een evenwichtige invulling te geven aan zowel financiële transparantie als de bescherming van persoonsgegevens.
Automatische gegevensuitwisseling rulings voortaan ook voor natuurlijke personen: wetsvoorstel ingediend bij de Tweede Kamer
De regering heeft het wetsvoorstel tot implementatie van de EU-richtlijn inzake gegevensuitwisseling over cryptoactiva (DAC8, EU-richtlijn 2023/2226) ingediend. Dit voorstel wijzigt artikel 6d van de Wet op de internationale bijstandsverlening bij de heffing van belastingen (WIB) en breidt de automatische gegevensuitwisseling uit naar grensoverschrijdende rulings van natuurlijke personen. Waar dergelijke uitwisseling tot nu toe beperkt was tot rechtspersonen en groepen, kunnen onder de voorgestelde regeling ook gegevens van natuurlijke personen – onder bepaalde voorwaarden – worden gedeeld. Voor de volledigheid merken wij op dat een met de Belastingdienst gesloten vaststellingsovereenkomst ook kwalificeert als een dergelijke ‘ruling’. Het wetsvoorstel beoogt per 1 januari 2026 in werking te treden en ligt momenteel ter beoordeling bij de Tweede Kamer.
De automatische uitwisseling van informatie zal in de toekomst ook betrekking hebben op grensoverschrijdende rulings van natuurlijke personen, mits aan één van de volgende twee voorwaarden wordt voldaan:
- De ruling betreft een transactie (of reeks van transacties) met een fiscaal belang van meer dan EUR 1.500.000, en dit bedrag wordt expliciet in de ruling vermeld; of
- De ruling bevat een oordeel over de fiscale woonplaats van de betreffende persoon.
Er geldt een uitzondering voor rulings over bronbelasting op door niet-ingezetenen genoten inkomsten. In die gevallen blijft de bestaande uitsluiting voor natuurlijke personen onverkort van toepassing.
Heeft u vragen over wat deze wetswijzigingen betekenen voor u of voor uw organisatie? Neem dan gerust contact op met een van onze specialisten: Sebastiaan Janssen of Sophie van Noort.