Part of Svalner Atlas Group
Wijziging huwelijkse voorwaarden kort voor overlijden: wel of geen erfbelasting te betalen?
Op 16 februari 2024 heeft de Hoge Raad geoordeeld dat het aangaan van huwelijkse voorwaarden bij of tijdens het huwelijk niet leidt tot een (belaste) schenking. Dat is ook zo als echtgenoten voor ongelijke delen gerechtigd worden tot de goederen van de huwelijksgemeenschap, aldus de Hoge Raad. Slechts in uitzonderlijke gevallen moet een wijziging van de huwelijkse voorwaarden worden beschouwd als een belastbare schenking.
Wat was de situatie?
Op 2 september 2015 trouwen een vrouw en een man na 33 jaar affectieve relatie, in algehele gemeenschap van goederen. De vrouw en haar man zijn ieder gerechtigd tot 50% van zowel de schulden als de goederen in de huwelijksgemeenschap. Op 19 oktober 2017 worden de huwelijkse voorwaarden aangepast, waarbij de man 10% en de vrouw 90% gerechtigd is tot de gemeenschap. Op het moment van het wijzigen van de huwelijkse voorwaarden was de man ernstig ziek, maar was onduidelijk hoe lang de ziekte nog zou duren. Binnen twee maanden overlijdt de man, en de vrouw erft als enige erfgenaam.
De inspecteur legt de vrouw een erfbelastingaanslag op, waarbij hij uitgaat van een gelijke verdeling van de huwelijkse gemeenschap (50%/50%), zonder rekening te houden met de in 2017 overeengekomen huwelijkse voorwaarden. De 40%-punt ‘extra’ gerechtigdheid van de vrouw tot de gemeenschap wordt door de inspecteur op deze wijze met erfbelasting belast. De inspecteur doet een beroep op fraus legis omdat er huwelijkse voorwaarden zijn afgesloten met verschillende percentages voor de verdeling van de gemeenschap, omdat geen sprake was van enigszins gelijke levens- en sterftekansen.
Het Hof Amsterdam bevestigt het standpunt van de inspecteur, het opstellen van huwelijkse voorwaarden onder deze voorwaarden moet worden beschouwd als een belaste schenking, waarbij erfbelastingverijdelende motieven als doorslaggevend worden gezien.
Zowel de vrouw als de staatssecretaris gaan in cassatie.
Oordeel Hoge Raad
De Hoge Raad heeft beslist dat het opstellen van huwelijkse voorwaarden niet als een schenking wordt beschouwd, zelfs niet wanneer de echtgenoten, volgens deze voorwaarden, ongelijk gerechtigd zijn tot de goederen van de huwelijksgemeenschap.
Niettemin is de Hoge Raad van mening dat het opstellen van huwelijkse voorwaarden in uitzonderlijke gevallen wel als wetsontduiking kan worden beschouwd. Zo’n uitzonderlijk geval doet zich volgens de Hoge Raad voor als:
- Het ontgaan van erfbelasting het doorslaggevende motief is geweest, en bovendien
- Het in strijd zou komen met doel en strekking van de successiewet wanneer de vermogensverschuiving tussen de echtgenoten en het vervolgens overlijden van één van hen niet zou worden aangemerkt als een verkrijging krachtens erfrecht.
De Hoge Raad heeft verduidelijkt in welke situaties zo’n uitzonderlijk geval zich voordoet. Als het op het moment van opstellen van de huwelijkse voorwaarden zo goed als zeker is dat de echtgenoot die daardoor voor het kleinste deel gerechtigd is tot het gemeenschappelijke vermogen (in dit geval: de man), eerder zal overlijden dan de andere echtgenoot (in dit geval: de vrouw), en daardoor de vermogensverschuiving van de ene echtgenoot naar de andere zal plaatsvinden.
Onder dergelijke omstandigheden moet worden aangenomen dat de vermogensverschuiving door de huwelijkse voorwaarden geen andere praktische betekenis kon hebben dan het vermijden van erfbelasting.
De Hoge Raad heeft geoordeeld dat dit in dit specifieke geval niet aan de orde was. De aan de vrouw opgelegde aanslag wordt vernietigd.
Observaties Atlas Fiscalisten
In lijn met de uitspraak van de Hoge Raad zal een aanpassing van de huwelijkse voorwaarden alleen in uitzonderlijke gevallen als een schenking worden beschouwd. Dit geldt met name wanneer bij het aangaan van de huwelijkse voorwaarden vrijwel zeker is dat de echtgenoot die slechts in beperkte mate gerechtigd is tot het gemeenschappelijke vermogen, eerder zal overlijden dan de andere. Hierdoor zal er een verschuiving van vermogen plaatsvinden van de ene echtgenoot naar de andere, wat resulteert in de kwalificatie van deze wijziging als een schenking.
Door deze uitspraak blijft het mogelijk om met de nodige flexibiliteit maatwerk te leveren bij het aangaan of wijzigen van huwelijkse (of partnerschaps-) voorwaarden. Of dit arrest voor de wetgever aanleiding vormt tot een wettelijk ingrijpen, moet worden afgewacht.
Vragen?
Mocht u naar aanleiding van deze nieuwsbrief vragen hebben, neemt u dan gerust contact met op met ons Private Clients team.