Situatie
De vermogensbeheerdiensten zijn verricht aan een bedrijfstakpensioenfonds dat een DB-regeling uitvoerde. Indien het bedrijfstakpensioenfonds kwalificeert als gemeenschappelijk beleggingsfonds kan op deze vermogensbeheerdiensten de btw vrijstelling worden toegepast. Eind 2014 heeft het Hof ‘s-Gravenhage geoordeeld dat er geen sprake is van een gemeenschappelijk beleggingsfonds omdat het beleggingsrisico niet (voldoende) door de deelnemers werd gedragen. Dit oordeel is nu door de Hoge Raad bevestigd. De advocaat-generaal heeft de Hoge Raad eerder geadviseerd om de vrijstelling wel toe te passen maar de Hoge Raad heeft dit advies niet opgevolgd.
Gevolgen
In overeenstemming met het standpunt van de Belastingdienst en Ministerie van Financiën zal op grond van dit arrest de vrijstelling niet kunnen worden toegepast op vermogensbeheerdiensten aan pensioenfondsen die een DB-regeling uitvoeren. Reeds ingediende bezwaarschriften die betrekking hebben op gelijke gevallen zullen vermoedelijk worden afgewezen. Echter, met name gelet op jurisprudentie van het Europese Hof van Justitie blijven er argumenten voor het toepassen van de vrijstelling op pensioenfondsen die anders zijn georganiseerd of andere kenmerken hebben. Met betrekking tot vermogensbeheerdiensten aan een pensioenfonds met een zuivere defined contribution (DC) regeling zijn ook de Belastingdienst en het Ministerie van Financiën van mening dat de vrijstelling van toepassing is.